Maandag tweede paasdag naar Valkenburg. Eerst nog even wat plaatjes
van het uitzicht van de hotelkamer.
|
Alle foto's op deze pagina zijn ook in de
oorspronkelijke, hoge resolutie beschikbaar. Haal die op door op
de foto te klikken.
|
|
|
|
We nemen eerst de bus naar Gulpen en stappen over voor een klein
stukje naar Schin op Geul . Daar volgen we met de gehele groep de
Geul stroomafwaarts. We steken de Geul over bij kasteel Schaloen.
Merel heeft daar ooit met groepen van een kopje koffie kunnen genieten,
maar het terras is gesloten. De eigenaar vertelt ons dat hij genoeg
had van de klachten en op zoek is naar een ondernemer die het terras
als een zelfstandig bedrijf wil gaan exploiteren. Hijzelf doet alleen
nog de hotelfaciliteiten en de restaurants. Het ziet er uit als
een job waar de Klaverhof een eitje bij is...
We nemen een hapje en een slok water en kijken naar de karpers
in de slotgracht. Die eten volgens zeggen alleen adellijke koekjes...
|
De groep splitst op. Merel loopt direct naar Valkenburg langs de
Geul en ik neem de rest mee via een ommetje. We spreken af bij een
grote steen in Valkenburg in de buurt van de VVV. Klinkt vaag genoeg
als je er nog nooit geweest bent. De tocht is wat aan de korte kant,
dus ik maak een extra ommetje. Eerst een stuk over een hoogvlakte
en daarna duiken we wat holle weggetjes in om uiteindelijk nog een
stuk door het bos te gaan. Best leuke weggetjes overigens en aardig
wat wandelaars. Toch minstens 20 gezien op deze vrije dag.
Na de lunch in de berm met een lekker zonnetje, komen we langs
een grotje. Als we er naar toe geklommen zijn, blijkt het met een
hek dicht te zitten. Misschien ook wel gebruikt om vuursteen te
delven. Bij de ingang zit een smalle niet exploitabele laag. Zelfs
niet voor de prehistorische mens. We komen uit bij de kabelbaan
in Valkenburg waar je je naar boven kan laten slepen en dan met
een karretje rodelend naar beneden. Via een trap langs de kabelbaan
komen we in de stad.
|
|
In Valkenburg kan je over de mensen lopen. In de winkelstraat is
het nog net geen ellebogenwerk, maar wat een gekte. Alle terrasjes
helemaal vol. De foto rechts met maar een paar toeristen er op heb
ik met moeite kunnen maken. We lopen door naar waar volgens de kaart
de VVV moet zitten en dan blijkt de grote steen toch niet te missen.
Het rotsblok is meer dan manshoog. We spreken daar af op een vaste
tijd en gaan dan allemaal iets anders doen. Biertje drinken op een
terras dus. Bij de VVV is ook een kroeg die nog wel wat klandizie
kan gebruiken. Later loop ik met een stel naar de Thermen om te
kijken of dat een bezoek op de vrije vrijdag waard is. De Cauberg
op is behoorlijk stijl! En heel veel fietsers. Vooral naar beneden
gaan die eigenlijk wel hard, terwijl beneden een bocht is waarachter
ook steeds mensen oversteken. Het gaat blijkbaar meestal goed, anders
werd er vast wel wat aan gedaan.
|
|
Rond half vier stap ik op de bus naar Maastricht. Die sluit prima aan
op de trein en ik ben met eten thuis. Dinsdag een dagje werken en dan
meteen door naar Epen. Lucia is er niet, dus het plan om eerst gezellig
met de stoptrein naar Heeze te gaan is niet nodig. Het is op Eindhoven
best een gedoe om de intercity naar Maastricht te halen. Het is ongelofelijk
druk en je moet van perron 1 de trap af, tunnel door en bij perron 6 de
trap weer op. De overstap is vier minuten, maar ik heb maar een halve
over... Ik had net de verkeerde trein om in Gulpen een aansluiting te
hebben. Dan maar een friture halen en in het dorp rondkijken. Als ik in
het hotel kom, is de maaltijd bijna afgelopen en kan ik nog met het dessert
aansluiten.
|
Woensdag gaat de wandeling door het Geuldal naar het zuiden. De
Belgische grens over naar een tussenstop voor een drankje. We vertrekken
weer naar Epen en pakken daar het Geuldal op. Het dal is heel breed.
In betere tijden was de Geul blijkbaar een flinke rivier met voldoende
macht om een breed dal uit te slijpen. We lopen over de velden en
komen daar deze eenden tegen.
|
We gaan onverdroten verder door prachtige weiden langs de Geul
tot over de Belgische grens. Bij de grens is het nog een beetje
zoeken.
We drinken wat in Sippenaeken. Merel laat zich ophalen door Tom,
die graag met de Jeep van zijn opa rijdt. Alle anderen gaan verder.
|
|
|
Eerst een heel saai stukje langs een asfaltweg in België en
dan weer binnendoor terug naar het hotel. We lopen over een heel
open heuvelrug. Daar gebruiken we eerst de lunch met een prachtig
uitzicht op kasteel
Beusdaal en de wit bloeiende bomen in de bosrand.
|
|
Als we verder en gaan dan Nederland weer in. Als we de Julianastraat
oversteken bij hotel
Ons Krijtland begint dan ook echt te regenen. Dat kan blijkbaar
ook nog. Het heeft niet veel om het lijf, maar toch genoeg om even
de regenkleding aan te doen.
|
|
Later komen we langs een schattig wit huisje met de bloeiende magnolia,
dat fraai uitkijkt op een weitje met een poel er in. Later hoor ik van
Lidwien dat het recent nog verkocht is en dat zij daar ook nog naar heeft
gekeken. Maar: geen water, geen elektriciteit, dus echt iets voor de natuurliefhebbers.
We komen via kleine paadjes naast het hotel uit.
Donderdag gaan we langs de Gulp ipv de Geul. De rivier ligt iets meer
naar het westen. We vertrekken vanaf het hotel meteen links om de hoek.
Daar mis ik al direct het juiste zijpad en moeten we weer 100 meter terug.
Goed dat we dat gedaan hebben anders hadden we deze leuke pony en dit
fraaie paadje gemist. Het is zo smal dat je goed op het prikkeldraad moet
passen... De rug bovenaan de foto is Schweiberg waar ons hotel De
Bloeiende Berg is.
We lopen daarna het bos in. Deze stam is van een van de wit bloeiende
bomen in de bosrand. Opvallend zijn de horizontale banden in de
stam. We denken dat het een wilde kers of en vogelkers is.
Door het bos gaan we schuin omhoog langs de golfbaan. We blijven
op hoogte en hebben fraaie vergezichten over geploegde akkers.
|
|
We stoppen in het volgende dorpje voor een drankje bij een nieuw
gebouwd hotel
Gerardushoeve, maar wel in de oude stijl met een binnenplaats.
|
|
Ze hebben hier hele grappige asymmetrische kopjes. Vast niet lekker
voor linkshandigen.
|
Tegenover het hotel lopen we verder langs de velden en dalen we weer
af in het dal van de Gulp. Dit pad is nu een pad, maar is zo te zien bij
een flinke regenbui een bergrivier waar je dan niet wilt lopen... Aan
het eind slopen we een prikkeldraad-hekje om gaan dan over de weiden langs
de Gulp. Uiteraard maken we het hekje ook wel weer vast. Op sommige punten
is de oever van de Gulp heel steil en meer dan 10 m hoog. Ook meandert
de Gulp veel meer dan de Geul. Het riviertje is ook veel kleiner. We lunchen
op een schiereiland dat door de rivier wordt gevormd. De weiden staan
vol met pinksterbloemen.
Lunch op een dikke tak die uit de boom is gevallen.
|
Het veld is helemaal roze van de pinksterbloemen
|
Het valt niet mee om de meanders goed in beeld te
krijgen. Op deze andere
foto staan er drie, maar dat is bijna niet te zien.
|
Op het volgende schiereiland staat een uit elkaar
gevallen wilg, die nog wel leeft.
|
Doline in de buurt van het pad
|
Fraai open loofbos
|
|
Als we verder gaan moeten we eerst weer een stukje over de hoogvlakte
en duiken dan het bos weer in. Op een bord staat de nodige informatie
over het gebied. De ondergrond is van kalksteen en de aanwezigheid
van dolines
wordt vermeld. Dat is een trechtervormige kuil aan het oppervlak
boven het instortingsgedeelte boven in een grot en is daarom een
indicator voor de aanwezigheid van een grot. Nog geen 100 m verder
vind ik er één vlak bij het pad. Daarna gaat het verder
door een heel open bosgebied met prachtige oude loofbomen. Het zou
het Liesbos thuis kunnen zijn. Langs de bosrand en dan komen we
weer bij het witte huisje dat uitkijkt over de wei met de poel.
De koeien lijken wel op dezelfde plek te staan, maar de reiger staat
niet meer aan de poel. Dat was dus blijkbaar een echte. De wei aan
de linkerkant van het pad is helemaal geel van de paardenbloemen.
Net als gisteren komen we weer uit bij het hotel en kunnen lekker
aan de bar voor een drankje. Dat hebben we wel verdiend vandaag.
Ik ga dan maar weer naar Hurpesch en pak bus 57 via de grensroute
naar Maastricht. Friture bij de Smullers en de intercity naar huis
met overstap in Eindhoven. Acht uur thuis.
|
|
|
|
Daar blijken ook weer de nodige bomen in bloei te zijn geraakt.
Deze vogelkers staat naast de sloot. Goed in de gaten houden dat
we die niet per ongeluk wegbezuinigen omdat hij een beetje scheef
groeit. Zaterdag maak ik de eerste vlonders voor het balkon. Het
is een beetje schipperen met het verschil in breedte voor en achter,
maar dat weet ik wel aardig weg te werken en het plan blijk te kloppen.
Zaterdag ligt er ineens een zwart lammetje in de wei. Ze lijkt wel
kleiner dan die van vorig jaar, maar dat blijkt na weging niet te
kloppen. Wel een ooitje en dat is wel fijn.
Kari is nog steeds flink ziek. De dierenarts heeft de schapen allemaal
nagekeken op wormen. Die hebben ze blijkbaar niet. Ze vindt ze wel
allemaal mager, hetgeen te voelen is naast de wervelkolom. De doornvormige
uitsteeksels zijn goed te voelen en er liggen geen rugspieren naast.
Toch hebben de ooien het gewicht dat je ook op internet vindt voor
quessant schapen. De rammen zijn normaliter zwaarder. Njord is dat
wel, maar Kari niet.
|
|